Vanaf de pier aan het einde van de Kuinder havendam is het uitzicht drastisch veranderd sinds de drooglegging van de Noordoostpolder. Momenteel liggen beide pieren er nog, met een kleine plas water ertussen. Van hier zijn ze de monding van de rivieren de Linde en Tjonger (het zogenaamde Scheepsdiep)opgevaren in de richting van het dorp Kuinre, dat nog ruim 400 meter verder ligt.
Behalve de hoogspanningslijn en de landbouwgrond, moet sindsdien de kust van Kuinre er vergelijkbaar uit hebben gezien. De vaargeul liep vanaf de havenhoofden voor de kust langs naar de haven.
Ook toen stak de Boterwaag al een eind boven de dijk uit.
Vervolgens ging het via het beurtveer tussen Kuinre en Oldemarkt via de Kuinder sluis verder. De tegenwoordige sluis die hier te zien is, is opnieuw uitgegraven na in de jaren zeventig gedempt te zijn geweest.
Via de rivier de Linde werd uiteindelijk het Mallegat, de haven van Oldemarkt bereikt.
Het Veerhuis op de voorgrond stamt echter pas uit 1823 en was er op het moment van arriveren van Christiaan en Adriana dus nog niet.