Vrijheid, Gelijkheid en Broederschap. Drie trefwoorden van de Franse Revolutie die ook in de Republiek der Verenigde Nederlanden veel mensen aanspraken.  Toen in 1795 de Franse troepen de Republiek binnentrokken vonden veel patriotten dat het tijd werd ook hier het bestuur te veranderen.  Ze wilden niet zozeer onderdeel van Frankrijk worden, maar zelfstandig op een zelfde manier het landsbestuur voeren.Eind januari 1795 bereikten de Franse troepen ook Overijssel en werden er door patriotten revolutionaire comités opgericht.
 De leden van de Ridderschap werden ter vergadering vriendelijk doch zeer dringend verzocht zich uit het provinciale bestuur te verwijderen. Met het nodige gemor gebeurde dit.
In de verschillende schoutambten zou dit vervolgens ook moeten gebeuren.
Christiaan Kaempff speelde een rol in de machtswisseling in Giethoorn en in Zwartsluis. 

Giethoorn
In Giethoorn deed Christiaan Kaempff mee aan de verkiezing van een nieuw bestuur dat “Municipaliteit”ging heten. Het is nog niet duidelijk of hij e.e.a ook zelf  organiseerde. Mogelijk werd hij door de bevolking van Giethoorn daar voor gevraagd. Of hij, hoewel wonend in Oldemarkt, toevallig of voor zijn werk als advocaat fiscaal in Giethoorn was, is nog niet bekend. In ieder geval volgt hij wel de zittende schout, Petrus Schuurman, op. Deze was het daar overigens (zonder succes) bepaald niet mee eens.
Getuige de bijgaande tekst uit het Resolutieboek van de Goedsheren en Erfgenamen van het Kerspel Giethoorn gebeurde dat officieel op 22 februari.
E.e.a. ging in met terugwerkende kracht tot 10 februari 1795.
Als naschrift wordt gemeld dat P. Schuurman een behoorlijk protocol van de financiën en stukken heeft overgedragen.
Verder wordt gemeld dat Kaempff voor de kosten voor hetopmaken van akten geen andere vergoeding dan zijn traktementkrijgt. 

“Giethoorn den 22 februari 1795
het eerste jaar der Bataafsche Vrijheid
De Provisionele Leden der Municipaliteit met namen Gerardus Aarsen, Wolter Jans Meister, Dirk Jans Backer en Jacob Bijl, vergaderd zijnde en gedelibereerd hebbende over het aan stellen van een secretaris der municipaliteit van Giethoorn is na deliberatie goedgevonden daartoe tot wederopzeggens toe te qualificeren de procureur Christiaan Frederik Kaempff op alsodane tractementen en gerichts jura als aan den voormaligen schouten zijn gegeven en bij dezelve na Landrecht mogte worden genooten”

Op 28 mei 1798 bevestigde Kaempff nogmaals zijn trouw aan de revolutie door te tekenen onder de Verklaring der Stemgerechtigde Burgeren:“Ik houde het Bataafsche Volk voor een vrij en onafhankelijk volk en beloof aan deselve trouw. Ik verklaar mijnene onveranderlijken afkeer van het Stadhouderlijk Bestuur, het Federalisme de Aristocratie en Regeeringloosheid. Ik beloof dat ik alle mijne verrichtingen hetzij als stemoefenend Burger, het zij als Kiezer, alle voorschriften der Staatsregeling getrouwelijk zal opvolgen en nimmer mijne Stem geven aan ymand wien ik houde te zijn een voorstander van het Stadhouderlijk Bestuur, het Federalisme de Aristocratie of Regeeringloosheid.
Dit verklaar ik op mijn Burgertrouw:”
Of Christiaan Kaempff zich ook in zijn woonplaats Oldemarkt als patriot kennen liet, is onbekend. Er is slechts één document bekend waaruit zijn lidmaatschap van het patriottische wapengenootschap mogelijk blijkt. Het gaat dan om de beschuldiging van Petrus Schuurman dat Kaempff lid was van een “Genootschap voor de Wapenhandel te Steenwijk. Gezien de inhoud bedoeling rest van het dossier waarin dit genoemd wordt, is het onduidelijk wat de waarde van deze opmerking is.
Onder Kaempff’s kennissen wonnen de patriottische ideeën in ieder geval wel steeds meer invloed, zoals bij Johan Hendrik Strup. Deze werd tijdens de revolutie de nieuwe secretaris, later schout, van de Municipaliteit van Steenwijk. Strup en Kaempff kenden elkaar kennelijk ook privé goed; hij vroeg Johan Hendrik Strup b.v. als doopgetuige bij de doop van zijn zoon Johannes Hendrik in oktober 1793(!)