Het hutje hierboven is een zogenaamde “Veentent”.  Dit is een onderkomen waar de  turfmakers in het veld gebruik van maakten om in de tijd dat er gegraven en gestoken werd. Grote aantallen hiervan hebben in het landschap gestaan. Het was niet ongebruikelijk dat hier hele gezinnen in leefden, immers iedereen moest meewerken. 

Vervening was in het Drostambt Vollenhove een wijd verbreid bedrijf. In de periode na de ijstijd had zich een veenpakket gevormd tussen Woldberg en Land van Vollenhove. In het gehele gebied ertussenin werden vanaf de Middeleeuwen tussen maart en juni sloten gegraven of bestaande stroompjes uitgebaggerd. De bagger werd enkele meters breed langs deze sloten gestort en aangestampt.
Vervolgens liet men dit in wind en zon drogen, waarna de gedroogde grond, inmiddels turf geworden, uitgestoken werd. Dit was beslist een zwaar werk.

De foto hiernaast toont een maquette uit de Oudheidkamer in Vollenhove, waarin alle stadia van turf maken van links naar rechts te zien zijn, met de gebruikte gereedschappen. Als laatste werden de turven op stapels gezet om in wind te drogen.
De turf werd vervolgens via Blokzijl en Zwartsluis afgevoerd.

 

Christiaan Kaempff’s dochter Carolina trouwde met turfmaker Jan Gerrits Dam. Of hij voor eigen rekening of voor anderen turf maakte, is niet duidelijk. Na het overlijden van Carolina in 1814 trok hij, zoals zovelen toen de turf rond Giethoorn begon op te raken, naar het Friese Opsterland en overleed daar in 1825.

Links enkele van de gereedschappen die voor het turfmaken gebruikt werden.